Van 7 tot en 13 maart is het de Week van de AfvalHelden. In deze week staan alle medewerkers uit de afvalbranche centraal. Dagelijks zetten zij zich in om onze straten netjes te houden, afval op te halen en om te zetten naar nieuwe grondstoffen en producten. Het zijn de Helden, met hoofdletter H, die zich dagelijks in de praktijk inzetten in de gehele afvalketen.

Het gaat om werk wat er echt toe doet en dat nodig is om de samenleving draaiende te houden. Nuttig werk, waarvoor kennis en professionaliteit nodig zijn. Inzameling, groenbeheer, reiniging en verwerking: de mannen en vrouwen die dit werk doen zijn onmisbaar en verdienen een pluim. In de Week van de AfvalHelden geven vele gemeenten, organisaties en bedrijven in het hele land hun 30.000 werknemers extra waardering.

De Week van de AfvalHelden vond in 2021 voor het eerst plaats en is een initiatief van de brancheorganisaties NVRD, Vereniging Afvalbedrijven, TLN en O&O fonds GOE, die gaan over afval, reiniging, transport en verwerking in Nederland.

Ook de professionals van InterCheM zetten zich dagelijks in voor een schone en duurzame wereld. Uiteraard bedanken wij onze chauffeurs die dagelijks het afval inzamelen bij al onze klanten door heel Nederland. Onze heftruck chauffeurs die zorgen dat iedere afvalstroom op de juiste manier op de juiste plek komen. De technische dienst die alles draaiende houden. De collega’s die het afval sorteren en controleren op bruikbaarheid. Onze laboranten die het afval analyseren, onze verwerkers die het afval weer omzetten naar nieuwe producten, en met hen nog vele andere. Zij zorgen er samen, met alle andere collega’s binnen InterCheM, voor dat uw afval veilig wordt verwerkt en nog beter, wordt hergebruikt en gerecycled!

Veel grondstoffen gewonnen uit afval, krijgen nog steeds onterecht het stempel ‘afval’ mee. Dit maakt niet alleen de recycling en gebruik van de grondstoffen lastig, maar ook het in Nederland opstarten van bedrijven die de grondstof terugwinnen. D66 Tweede Kamerlid Kiki Hagen stelde er recent weer Kamervragen over.

Dat de afvalwet- en regelgeving het winnen van grondstoffen uit afval in de weg staat is niet nieuw. Verschillende bedrijven liepen hier in de afgelopen jaren tegenaan. Een enkeling laat zich horen in de media. Zoals de Nederlandse N+P Group. Het bedrijf haalt zo veel mogelijk herbruikbare stoffen uit afval. Wat overblijft gaat de verbrandingsovens in. Het bedrijf groeide de afgelopen maanden flink. Zo nam het vorig jaar al de sorteerfabriek voor PMD’s over van PreZero en recent kreeg het bedrijf het Engelse Crayford MRF in handen. Maar N+P is ook vooral bekend als producent van alternatieve brandstoffen. Een fabriek hiervoor staat in Groningen. Wat daar geproduceerd wordt mag in Nederland alleen niet gebruikt worden, zo vertelt N+P Group oprichter Karel Jenissen aan krant De Limburger. In Nederland is dit product voor de wet afval. In het buitenland niet.

Een ander recent voorbeeld van grondstoffen die het stempel afval krijgen is de stof Carbon Black. Dit wordt door het bedrijf Black Bear Carbon teruggewonnen uit end-of-life autobanden. Het bedrijf loopt vast op de Nederlandse wetgeving dat van Carbon Black afval maakt en geen grondstof. Daarmee wordt de nieuwe productiefaciliteit van Black Bear Carbon gezien als afvalverwerkingsfabriek. Dit staat het verlenen van vergunningen in de weg. Met deze kwestie kwam het bedrijf in verschillende media aan het woord. D66 Tweede Kamerlid Kiki Hagen stuurde daarop enkele kamervragen naar de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen. De eerste vraag: ‘Bent u bekend met het artikel ‘Toekomst recycler Black Bear onzeker door definitiekwestie?’

Het dossier over de afvalwet- en regelgeving dat het winnen van grondstoffen in de weg staat is zoals gezegd niet nieuw. In 2018 kwam de Taskforce Herijking Afvalstoffen bij elkaar voor het opstellen van een adviesrapport. Dit werd gedaan in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Unie van waterschappen. Het rapport volgde in 2019. Hagen vraagt nu in hoeverre al iets is gedaan met de oplossingen zoals beschreven in het rapport van de Taskforce Herijking Afvalstoffen. Ook vraagt ze naar nieuwe wet- en regelgeving de regelt dat afval dat reeds verwerkt is als grondstof niet alsnog een zogenaamde ‘red flag’ krijgt.

Nederland heeft de doelstelling om in 2050 volledig circulair te zijn, maar de transitie naar een circulaire economie liep ten tijde van het rapport van de Taskforce Herijking Afvalstoffen al tien jaar achter. De roep om een doorbraak die toen werd gedaan is, als we de Kamervragen van Hagen lezen, nog niet beantwoord.

Bron: https://www.recyclingmagazine.nl/ – februari 22, 2022

Vandaag is de dag van de ondernemer, een speciale dag waarbij ondernemers extra aandacht krijgen.

Als InterCheM voelen we ons dan ook zeer vereerd dat AkzoNobel ons en onze samenwerking vandaag extra in het zonnetje zet d.m.v. een digitaal werkbezoek.

Met ons Inter-GreeN concept zijn we al een aantal jaren actief om onze recyclingactiviteiten binnen InterCheM verder te kunnen ontplooien, in het bijzonder de verfrecycling. Goede partners zijn daarbij essentieel.

We werken al jaren prettig samen met AkzoNobel en deze samenwerking is het afgelopen jaar nog verder geïntensiveerd. Met de ontwikkeling en productie van o.a. de Sikkens Alpha Recycle Mat verwerken we verfrestanten in kwalitatief hoogwaardige muurverf en maken we Nederland samen weer een stukje duurzamer.

Vanaf heden heeft Sikkens hun nieuwe product geïntroduceerd: Sikkens Alpha Recycle Mat.
Een revolutionair nieuw product in samenwerking met InterCheM!

Sikkens Alpha Recycle Mat is een binnenmuurverf, welke bestaat uit 35% gerecyclede verf. Middels een zeer streng proces is door InterCheM ingezameld verfafval gesorteerd, getest en samengevoegd met “nieuwe” Sikkens verf. Het resultaat is een duurzame binnenmuurverf die voldoet aan alle Sikkens kwaliteitseisen.

Wij zijn trots op de lancering van dit mooie product. De productie van de Sikkens Alpha recycle Mat is een resultaat van intensieve samenwerking tussen AKZO Nobel en InterCheM gedurende het volledige ontwikkel en productieproces. Samen met Akzo Nobel geeft InterCheM verfafval een tweede leven. Voor InterCheM weer een mooie stap en groei van onze recyclingactiviteiten welke aansluiten bij ons Inter-GreeN concept.

Alle productinformatie is te vinden op www.sikkens.nl

Grote kans dat er in april opeens een extra sticker op je versgekochte emmer of blik met verf zit, of op een kitkoker. De sticker vestigt de aandacht op de veiligheidsinformatiebladen die bij het product horen. En die de schilder gelezen dient te hebben.

De stickers op de verpakkingen zijn een gezamenlijke actie van de schilderondernemers (OnderhoudNL), de verfhandelaren (VVNH) en de verffabrikanten (VVVF). Leveranciers, dus in eerste plaats de verfgroothandels, zijn verplicht om hun klanten bij elke eerste aanschaf van een product, én als het product van samenstelling veranderd is, een zogenaamd Veiligheids Informatie Blad te verstrekken (VIB). Dit zijn documenten die aan allerlei wettelijke eisen voldoen en vooral dienen om de gebruiker van het product te informeren over de risico’s die het werken met dit product kan veroorzaken en de veiligheidsmaatregelen die hij/zij moet treffen.

Deze wettelijke overhandigingsplicht is door de VVNH, in samenwerking met de VVVF, alweer enige jaren geleden, vertaald in het systeem en de website Veiligmetverf: schilders krijgen bij aanschaf van een nieuw product via deze site hun VIB digitaal toegezonden en kunnen ook zelf op de site op zoek naar veiligheidsinformatie.

Bij een bezoek van Inspectie SZW op een werk of op kantoor moet de schilder kunnen laten zien dat hij/zij de VIB’s in bezit heeft. En dat er volgens de voorschriften zo veilig mogelijk gewerkt wordt. In de praktijk wordt niet heel veel actief gezocht op de site. Veel schilders zullen de VIB’s niet gemakkelijk voorhanden hebben. Daarmee lopen ze een dubbel risico: dat ze niet de juiste veiligheidsmaatregelen nemen én dat ze bij een inspectie een boete kunnen krijgen.
De stickeractie heeft als doel om bij de schilders de juiste werkwijze weer eens onder de aandacht te brengen.

Bron: www.schildersvak.nl – februari 18, 2021

Bijna 7 op 10 Nederlanders betwijfelen of positieve milieueffecten blijvend zijn
Maar liefst 71 procent van de Nederlanders wil de schonere lucht en positieve milieueffecten die zijn ontstaan nadat delen van de economie zijn stilgelegd door het coronavirus, behouden. Bijna de helft is zelfs bereid hiervoor het eigen reisgedrag blijvend aan te passen. Dat blijkt uit onderzoek dat Ipsos in opdracht van ABN AMRO heeft verricht en vandaag is gepubliceerd. Volgens ABN AMRO gaven niet eerder zo veel mensen aan het klimaat belangrijk te vinden en hieraan ook zélf een bijdrage te willen leveren. Een jaar geleden gaf een ruime meerderheid ook aan duurzaamheid belangrijk te vinden, maar het autogebruik en vliegverkeer was toen voor slechts een kwart iets om over na te denken. Met deze resultaten lijkt een keerpunt te zijn ontstaan in de overgang van een niet-duurzame samenleving naar een duurzame. Echter vragen bijna 7 op de 10 Nederlanders zich wel af of de positieve gevolgen voor het milieu ook daadwerkelijk kunnen worden behouden.

83 procent wil duurzaamheid hoog op politieke agenda
Economisch herstel verdient nu voor de meeste Nederlanders prioriteit, maar klimaat volgt meteen daarna. 41 procent vindt dat economie en klimaat samen moeten worden opgepakt. De overheid mag daarbij van de bedrijven die zij steunt ook eisen dat zij hun bedrijfsvoering verduurzamen, zegt een meerderheid (54 procent). Meer dan 8 op de 10 burgers die zich zorgen maken over het klimaat vinden dat duurzaamheid hoog op de politieke agenda moet staan, juist nu de samenleving opnieuw moet worden vormgegeven. Dit kan vorm krijgen door schoner vervoer en thuiswerken te stimuleren, de luchtvaart te beperken en te investeren in groene energie. Burgers willen ook zélf een bijdrage leveren. Zo koopt 18 procent nu meer lokale producten en is van plan dit ook ná de crisis te doen. Bijna 8 op de 10 Nederlanders die weleens vliegen zijn bereid minder te vliegen en ruim driekwart van de autorijders wil het autogebruik beperken.

Ruim driekwart Nederlanders wil van ‘egosysteem’ naar ‘ecosysteem’
Corona heeft zeer ingrijpende gevolgen, maar het onderzoek wijst uit dat het mensen ook bewuster heeft gemaakt van het belang van gezondheid en het klimaat. “Maar liefst 36 procent van de burgers beschouwt de virusuitbraak als een wake-up call om beter om te gaan met het klimaat. Ook groeit de behoefte aan een samenleving waarin we oog hebben voor elkaar en waarin we maatschappelijke problemen samen oppakken”, vertelt Franka Rolvink Couzy, Head Sector Research van ABN AMRO. “Zo vindt 85 procent dat de huidige samenleving zich kenmerkt als een ‘egosysteem’, waarin de nadruk vooral ligt op aandeelhouderswaarde en persoonlijk gewin. Een grote meerderheid van 80 procent ziet dit graag veranderen in een ‘ecosysteem’, waarbij naast persoonlijk en financieel gewin ook om elkaars welzijn wordt gegeven. De overheid staat voor de taak een beleid te ontwikkelen waarin ze een evenwicht vindt tussen economische, sociale en duurzame belangen.”

Bron: Atlas Nieuws database – mei 26, 2020

De ambities zijn groot, maar de daden helaas piepklein. De politiek moet haar nek gaan uitsteken voor een circulaire economie, aldus Boris van der Ham en Robbert Loos van de Vereniging Afvalbedrijven. 

Het CBS meldt mooie cijfers over de circulaire economie. De Nederlandse materiaalconsumptie is per inwoner lager dan gemiddeld in de EU en de grondstofvoetafdruk kleiner. Nederland recyclet ook veel: 1700 kilo per jaar per inwoner. Dat is mooi nieuws, maar het kan en moet nog beter. De politiek moet niet alleen ambities uitspreken, maar ook grote beslissingen durven nemen.

Ambities zijn er namelijk te over. De regering wil nul afval in 2050 en een halvering van het grondstoffengebruik in 2030. Maar tussen ambitie en realiteit staan de praktische wetten van ingesleten gewoonten en economische wetmatigheden. Zo wordt op dit moment via een campagne geprobeerd om mensen aan te moedigen kapotte spullen niet weg te gooien, maar te repareren. Een mooi doel. Maar als het gemak en de prijs van iets nieuws aanschaffen aantrekkelijker zijn dan repareren, zal er geen omvangrijke gedragsverandering op gang komen. Om grote ambities te realiseren, moeten we niet focussen op sympathieke campagnes, maar het probleem bij de bron aanpakken.

Nederlandse afvalbedrijven behoren qua technologie tot de meest geavanceerde ter wereld, waardoor veel grondstoffen kunnen worden hergebruikt. Het probleem is dat die veel te weinig gekocht worden. Primaire (niet-gerecyclede) grondstoffen op de internationale markten zijn relatief goedkoop. Zo sloot in Emmen onlangs een bedrijf dat korrels maakte van gerecycled kunststof zijn deuren. De reden: het kon de nieuwe grondstof niet slijten.

Ook in andere materiaalketens is het lastig om te concurreren tegenover ‘gewoon’ blijven produceren met primaire grondstoffen. Hier stokt dus de circulaire economie en is de overheid hard nodig als marktmeester.

De woorden zijn groot, maar het effect van ­de pacts dreigt piepklein te zijn
Tot nu toe heeft minister Van Veldhoven (infrastructuur en milieu) ‘pacts’ gesloten met het bedrijfsleven om hierin verandering te brengen. Ook hier zijn de ambities groot en de woorden sympathiek. Door ‘ecodesign’ zouden er meer gerecyclede grondstoffen in hun producten moeten worden gebruikt. Maar die afspraken zijn niet-bindend en in de praktijk worden de echt grote stappen niet gezet. Zelfs nationale, provinciale en gemeentelijke overheden zijn vrij karig in het gebruik van gere­cyclede grondstoffen. Hoewel de woorden groot zijn, dreigt het effect van ­deze pacts piepklein te zijn.

Tot nu toe heeft minister Van Veldhoven (infrastructuur en milieu) ‘pacts’ gesloten met het bedrijfsleven om hierin verandering te brengen. Ook hier zijn de ambities groot en de woorden sympathiek. Door ‘ecodesign’ zouden er meer gerecyclede grondstoffen in hun producten moeten worden gebruikt. Maar die afspraken zijn niet-bindend en in de praktijk worden de echt grote stappen niet gezet. Zelfs nationale, provinciale en gemeentelijke overheden zijn vrij karig in het gebruik van gere­cyclede grondstoffen. Hoewel de woorden groot zijn, dreigt het effect van ­deze pacts piepklein te zijn.

Vaak wordt door de Nederlandse ­regering ingebracht dat een ingreep in de markt alleen mogelijk is op internationaal niveau. Als dat zo is, dient zich binnenkort een enorme kans aan. Over een paar weken komt Eurocommissaris Timmermans namelijk met een agenda om het grondstofgebruik te vergroenen. Nederland zou die gelegenheid moeten aangrijpen om de eisen zo ­stevig mogelijk te maken. Niet alleen ten gunste van Nederland en Europa, maar als concrete ingreep in de wereldeconomie.

Als de Europese Unie haar consumentenmarkt van om en nabij een half miljard inwoners zou gebruiken om te vergroenen, kunnen we namelijk spreken van echte, wereldwijde impact.

Wat de Nederlandse afvalbedrijven betreft, moeten producenten van binnen én buiten de EU worden verplicht om stap voor stap minder primaire grondstoffen te gebruiken voor producten die ze hier willen afzetten. Ook moeten hoge eisen worden gesteld, om de levensduur van producten te verlengen. Daarnaast moet in de ontwerpfase van producten de repareerbaarheid en herbruikbaarheid worden vergroot en moeten producten zo ontworpen worden dat ze makkelijk te demonteren zijn. Voor sommige inferieure materialen, zoals bepaalde laagwaardige plastics, is simpelweg een verbod nodig.

Milieubeleid en de circulaire economie moeten uit de groef van de sympathieke symboolpolitiek treden en echt groot worden gerealiseerd. Pak die kans, Nederlandse regering!

Bron: Boris van der Ham en Robbert Loos, www.trouw.nl 01-03-2020

Beste Relatie,

Om de verspreiding van het Coronavirus tegen te gaan en onze medewerkers, klanten en leveranciers maximaal te beschermen volgen wij de landelijke richtlijnen van het RIVM. Uiteraard doen wij er alles aan om te zorgen dat onze activiteiten en dienstverlening gewoon door kunnen gaan. Wij vragen dan ook uw aandacht voor onderstaande preventieve maatregelen binnen ons bedrijf:

  • Wij verzoeken u contact met onze werknemers zo veel mogelijk te beperken om eventuele besmettingen te voorkomen.
  • Onze Account Specialisten zullen zo min mogelijk klant bezoeken af leggen. Relatie onderhoud zal zo veel mogelijk telefonisch plaatsvinden.
  • Uiteraard staan zowel onze binnen- als buitendienst telefonisch geheel tot uw beschikking, zoals u van ons gewend bent. Bij voorkeur ontvangen wij de orders digitaal.
  • Indien mogelijk werken onze medewerkers vanuit huis, de reactietijden kunnen daarom wellicht iets langer zijn dan u gewend bent.
  • Wij vragen u zo min mogelijk contact te hebben met onze chauffeurs.
  • Wat betreft aflevering producten / bestellingen door derden, vragen wij de chauffeurs ons pand niet verder dan onze expeditie balie te betreden en zo min mogelijk contact te hebben met onze medewerkers.
  • Verwacht u in de nabije toekomst problemen met verwachte leveringen als gevolg van voorraad tekorten of productiestagnatie, vragen wij u ons zo spoedig mogelijk te informeren.
  • We vragen personen die de afgelopen 14 dagen in contact zijn geweest met patiënten met COVID-19 of personen die ziektesymptomen vertonen om het InterCheM terreinen niet te betreden.

Vriendelijk doch dringend verzoek om bovengenoemde maatregelen in acht te nemen om zo de kans op besmetting en overdracht tot een minimum te beperken. Wij houden de berichtgevingen omtrent COVID-19 nauwlettend in de gaten en passen wanneer nodig ons beleid hierop aan.

Voor nu blijven wij gewoon onze afvaldienstverlening voortzetten en ook zullen de leveringen regulier worden verzorgd, maar wel conform de reeds gehanteerde richtlijnen: minimaal contact en minimaal 2 meter afstand van elkaar.

Met vriendelijke groet,

12,1% van de Nederlandse economie is duurzaam. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek in opdracht van MVO Nederland. De organisatie introduceert de Nieuwe Economie Index (NEx). Die geeft jaarlijks het percentage van de Nederlandse economie aan dat ‘nieuw’ is: circulair, klimaatneutraal en inclusief, ook in de keten. Duurzaam dus.

“Een NEx van 20% in 2025 is wat Nederland nodig heeft om een kantelpunt te bereiken – vanaf dat moment verduurzaamt de economie steeds sneller en is er geen weg meer terug naar de oude economie. Met een NEx van 12,1% in 2020 zien we dat het begin er zeker is. Maar er moet dus ook nog enorm veel gebeuren bij Nederlandse bedrijven”, zegt Maria van der Heijden, directeur-bestuurder van MVO Nederland.

In het onderzoek ligt de focus op de rol van het Nederlandse bedrijfsleven, waardoor de NEx verschilt van bijvoorbeeld de Monitor Brede Welvaart of de Happy Planet Index. Daarnaast geeft de index – in tegenstelling tot andere meetinstrumenten – een ‘distance to target’ weer, wat betekent dat het een verhouding is tot een einddoel is. 

De NEx is het gemiddelde van zeven thema’s uit de Nieuwe Businessagenda van MVO Nederland, die alle zeven een eigen NEx-score hebben: Nieuwe rijkdom (9,9%), Echte prijzen (17,2%), Transparante ketens (6,2%), Inclusief ondernemen (23,8%), Duurzame energie (6,2%), Biodiversiteit (8,9%) en Circulaire economie (12,1%). De cijfers zijn officieel gepresenteerd op het NE20-festival van MVO Nederland in de Beurs van Berlage in Amsterdam.

Nog veel werk te verzetten
De lage scores laten zien dat er nog veel werk is te verzetten. Ook wat transparantie betreft door de organisatie zelf: ook op de eigen website is niet te vinden hoe de scores tot stand komen. Dat maakt vergelijken met andere indexen, zoals de Monitor Brede Welvaart of de Happy Planet Index, bij voorbaat onmogelijk.

Het NEx-onderzoek is uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek, in samenwerking met Rabobank, KPMG, Milgro en IUCN. MVO Nederland heeft met de NEx voor het eerst de duurzaamheid van de Nederlandse economie in één getal uitgedrukt, en gaat het NEx-onderzoek jaarlijks herhalen.

Bron: www.duurzaamnieuws.nl 25 januari 2020

‘Circulair’ is een van de grote modewoorden in het mondiale bedrijfsleven, maar we verbruiken meer grondstoffen dan ooit. Onderzoekers van Circle Economy presenteerden tijdens het World Economic Forum in Davos waarschuwende cijfers uit hun nieuwste rapport, The Circularity Gap Report 2020:  de wereld is minder circulair geworden: van 9,1 naar 8,6 procent.

Wat is ‘circulair’?
Voor milieubeschermers is de cirkel een gebruikelijke beeldspraak. Alles wat deel uitmaakt van een kringloop, is verantwoord. Neem de statiegeldfles: je koopt hem met cola erin, brengt hem leeg terug naar de winkel, hij wordt gewassen (of omgesmolten om er een nieuwe van te maken), de volle fles komt weer in het schap en zo kunnen we eindeloos flessen leegdrinken zonder ooit nieuwe grondstoffen nodig te hebben. Kortom: een economie die 100 procent circulair is, hoeft helemaal geen nieuwe grondstoffen meer te winnen. Geen zand, geen gas, geen ijzererts, geen hout. Voedsel wordt geacht circulair te zijn, als het afval (inclusief uitwerpselen na consumptie) tenminste worden hergebruikt. 

Het tegenovergestelde is ‘lineair’, de beeldspraak dus van de rechte lijn. Haal olie uit de grond, maak er plastic van en gooi dat na gebruik op straat of een vuilnishoop. Dat kun je telkens maar één keer doen, tot de olie op is en/of je omkomt in plastic.

Wat zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek?
‘Voor het eerst’ heeft de wereld in 2017 (het jaar waarop de cijfers betrekking hebben) meer dan 100 miljard ton grondstoffen gebruikt: 100,6 miljard ton. In vergelijking tot het vorige onderzoek, dat betrekking had op 2015, was dat een groei van 8,4 procent.

De groei van grondstoffengebruik was echter zeer ongelijk verdeeld. Biomassa werd minder gebruikt, fossiele brandstoffen ook, ertsen werden iets meer gebruikt, maar niet dramatisch.

De grote groei zat hem maar in één categorie: de mineralen. Daarmee bedoelen de onderzoekers materialen zoals zand, grind, klei en kalk. Maar liefst de helft van ons grondstoffenverbruik zat in 2017 in deze categorie: 50,8 miljard ton. En juist deze categorie was een enorme groeier: in twee jaar tijd een groei van 34 procent. Waarom gebruiken we in vredesnaam 34 procent meer zand en grind?

Onderzoeksleider Jacco Verstraten: ‘Dat heeft bijna uitsluitend te maken met de bouw. In China en in delen van Afrika is de bouw en wegenbouw enorm gegroeid.’

Is dat allemaal erg?
Dat is nog even de vraag. Van die laatste categorie kun je je dat afvragen, geeft onderzoeker Verstraten toe. ‘Vooral als het over de bouw gaat, kun je niet meteen zeggen of het circulair is toegepast. Die gebouwen en die wegen zijn niet weggegooid, die staan er gewoon voor de komende twintig, of honderd, jaar. Pas als we ze afdanken hebben we de keuze om dat al dan niet circulair te doen.’

Maar toch, zegt Verstraten: ‘Feit is dat we meer verse grondstoffen zijn gaan winnen. Dus we hebben meer interactie met de natuur, en daar gaat het ons om.’

Komt het nog goed?
Als je het persbericht van Circle Economy leest, zou je denken van niet. ‘We riskeren een mondiale ramp’, stelt Circle-directeur Harald Friedl daarin. Maar het rapport zelf biedt ook hoop. Niet alleen omdat het publiek meer dan ooit doordrongen blijkt van de noodzaak iets te ondernemen tegen grondstofverbruik. De wereld heeft ook het Akkoord van Parijs omarmd, en heeft te kennen gegeven de uitstoot van koolstof drastisch te zullen terugdringen. ‘De weg naar een koolstofarme toekomst is circulair.’ Alleen nog even doen.

Hoe betrouwbaar zijn de cijfers?
Onderzoeker Jacco Verstraten geeft toe dat grote verschuivingen in de gegevens ten minste voor een flink deel kunnen worden toegerekend aan papieren effecten: andere definities, andere (vooral betere) databronnen. ‘Dus een deel van de effecten die we hebben gevonden, is aan dat soort oorzaken te wijten. We hebben niet de middelen om vast te stellen hoe groot het effect was van papieren oorzaken, en hoe groot de impact was van oorzaken in de reële economie. Maar onze analisten stellen dat de grote lijnen wel degelijk effecten zijn in de reële economie.’

Bron: Volkskrant 21-01-2020